Nieuwe regels per 1 augustus 2022 Heeft u als werkgever een verbod op nevenwerkzaamheden voor werknemers in de arbeidsovereenkomst opgenomen? Let dan op: met ingang van 1 augustus 2022 gelden er op basis van een Europese richtlijn nieuwe regels voor een verbod op nevenwerkzaamheden. Het is momenteel heel gebruikelijk voor werkgevers om een nevenwerkzaamhedenbeding in de arbeidsovereenkomst op te nemen, maar u dient met nieuwe regels rekening te houden. Het verbod op nevenwerkzaamheden in de arbeidsvoorwaarden dient vanaf 1 augustus 2022 een objectieve rechtvaardigingsgrond te hebben. De nieuwe regels komen voort uit de Europese richtlijn om in de Europese Unie voorspelbare en transparante arbeidsvoorwaarden te creëren. Nevenwerkzaamheden: meer vrijheid voor werknemer Werknemers krijgen met de nieuwe EU-richtlijn 2019/1152 meer vrijheid om buiten het eigen werk om werkzaamheden voor anderen te verrichten. Het is voor u als werkgever niet meer toegestaan om daarin een algemene belemmering op te werpen. Er komt wat dat betreft een verbod op het verbieden van nevenwerkzaamheden zonder rechtvaardigingsgrond. Dit wordt vastgelegd in artikel 653a van Burgerlijk Wetboek 7. Het is niet zo dat het helemaal niet meer mogelijk is om werknemers nevenactiviteiten te verbieden, maar daar gelden wel strikte regels voor. Er dient daarvoor namelijk een objectieve rechtvaardigingsgrond te zijn. Wat zijn rechtvaardigingsgronden? Een verbod op nevenwerkzaamheden is alleen toegestaan indien er sprake is van objectieve rechtvaardigheidsgronden. Er geldt hiervoor een zware toetsing, want u als werkgever dient aan te tonen dat een verbod op nevenactiviteiten voor u zwaarder weegt dan de belangen van uw werknemer. Er zijn verschillende situaties, waarin het denkbaar is dat er sprake is van rechtvaardigheidsgronden, zoals op het gebied van veiligheid, bescherming van bedrijfsgeheimen, gezondheid, overtreding Arbeidstijdenwet en vermijden van belangenverstrengeling. Gezondheid Veiligheid Bescherming van bedrijfsgeheimen Vermijden van belangenverstrengeling Overtreding Arbeidstijdenwet Voorbeeld rechtvaardigingsgrond: Arbeidstijdenwet Een voorbeeld van een rechtvaardigingsgrond om een verbod op nevenwerkzaamheden te handhaven, is als uw werknemer de Arbeidstijdenwet overschrijdt bij het verrichten van werkzaamheden voor een ander. Bijvoorbeeld als uw werknemer bij u al een fulltime dienstverband heeft en daarnaast voor een ander bedrijf ook nog eens twintig uur gaat werken. Nevenwerkzaamhedenbeding na 1 augustus 2022 Indien u op dit moment in de arbeidsovereenkomsten een verbod op nevenactiviteiten heeft opgenomen, hoeft u geen actie te ondernemen. Het is alleen zo dat u de objectieve rechtvaardigingsgrond wel dient aan te tonen op het moment dat u een beroep doet op het nevenwerkzaamhedenbeding. Dat geldt dus ook voor een dergelijk beding dat u na wijziging van de regels opneemt in een arbeidsovereenkomst. Toetsing achteraf De toetsing van een verbod op nevenwerkzaamheden vindt achteraf plaats. Dat betekent dat het niet nodig is om een specifieke rechtvaardigingsgrond al vooraf op te nemen in de arbeidsvoorwaarden. Wilt u een beroep doen op het beding dan dient u als werkgever dus aan te tonen dat uw belangen zwaarder wegen op basis van een objectieve rechtvaardigingsgrond. Indien uw werknemer het niet eens is met het verbod dient u naar de kantonrechter te gaan die de situatie beoordeelt. Bereid u voor Bereid u voor op de veranderingen die de Europese richtlijn voor voorspelbare en transparante arbeidsvoorwaarden met zich meebrengen. Neem daarom telefonisch (085 – 303 8277) of per e-mail (admin@emberlawfirm.nl) contact met ons op voor meer informatie over het verbod op nevenwerkzaamheden en rechtvaardigingsgronden.